15 februari, A-LAB, Amsterdam.
Workshop door: Amanda Brouwers
Tekst: Iris Verhulsdonk
Dit is een verslag van de tweede bijeenkomst van het workshopprogramma dat door Stichting Podcastnetwerk in samenwerking met het Letterenfonds werd georganiseerd op 8 februari 2020. De workshop werd gegeven door podcastmaker en podcastonderzoeker Amanda Brouwers. Deze bijeenkomst ‘Het vangen van geluid’ draaide om het luisteren, vinden en opnemen van geluiden.
Introductie
Amanda is oprichter van PodGront: een platform voor experimentele audio. Ze geeft vaker workshops over audio. In haar workshops staat experimenteren met geluid centraal, het gaat vooral om het ‘zelf doen’. Daarnaast promoveert ze aan de Rijksuniversiteit Groningen op ondernemende journalistiek, en publiceerde ze in 2019 Het Grote Podcastonderzoek.
Het doel van deze dag is de basisbeginselen leren van de opnameapparatuur, maar vooral ook te gaan denken in geluid. Mensen zijn vaak gericht op woorden en beelden. De workshop is bedoeld om meer gespitst te raken op geluid, en de wereld om je heen door geluid waar te nemen.
Luisteren naar geluiden
Je kunt geluiden grofweg verdelen in: stem, muziek en omgevingsgeluiden. Dit zijn allemaal puzzelstukjes om een audioproductie te maken. Deze drie elementen vereisen ieder een andere manier van opnemen; het is belangrijk vooraf goed na te denken over hoe je het geluid opneemt. Bijvoorbeeld, een losse stereo microfoon die je aansluit op je opnamerecorder maakt het mogelijk de geluidsrichting te bepalen. Van welke kant wil je dat het geluid komt?
Je hebt sowieso altijd de omgevingsgeluiden, de ‘atmos’. (In de eerste bijeenkomst is hier uitgebreider op ingegaan)
Iedere kamer heeft zijn eigen atmosfeer. Niets is écht doodstil. Je hoeft ook niet te zorgen dat een ruimte helemaal stil is als je bijvoorbeeld een interview houdt. Maar zorg ervoor dat het geluid past bij de sfeer van je opname. Daarnaast is er behalve echt achtergrondgeluid (bijvoorbeeld het geluid van een café) ook altijd nog het geluid van de ruimte zelf. Gezoem van machines, klanken die weerkaatsen tegen de muur. Neem daarom altijd één minuut geluid van de ruimte op: dat heet ‘wit geluid.’ Dit kun je later bij de geluidsmontage gebruiken om de ruis weg te halen, al werkt dit niet altijd. Het witte geluid, dus het geluid van de ruimte, is altijd handig om te hebben.
De basis van het opnemen
Om op te nemen heb je twee dingen nodig: de recorder (waar het geluid op wordt opgeslagen) en een microfoon. Het bekendste beeld is dat van de handmicrofoon, maar vaak kun je ook opnemen met bijvoorbeeld de ingebouwde microfoon van je recorder (de merknamen Zoom en Tascam passeerden de revue), of zelfs je mobiele telefoon.
Het is dus belangrijk goed te bekijken met wat voor een soort microfoon je aan het opnemen bent. Is het omnidirectioneel? Dan neem je dus 360 graden geluid op rondom de microfoon. Een richtmicrofoon neemt juist een klein gedeelte op. Dat is bijvoorbeeld goed voor een interview. Maar soms wil je de ‘vibe’ van een plek horen, denk aan geroezemoes op een drukke markt. Hiervoor is weer de omnidirectionele microfoon geschikt, omdat die beter de sfeer vangt, met allerlei geluiden, in plaats van op één specifieke plaats. Meestal kom je al heel ver met een ingebouwde microfoon van je recorder, zoals met de Zoom. Maar een dynamische (dus richtmicrofoon) is niet duur. Dus je kunt overwegen om hiermee op te nemen, het levert wel een hogere geluidskwaliteit op.
Voor het opnemen van telefoongesprekken kun je een auxkabel gebruiken. Van je telefoon kun je dan inpluggen in de zoom. Dan heb je nog wel een externe microfoon nodig (die je met een XLR-kabel in het opname apparaat kunt pluggen) om je eigen stem op te nemen. Maar: telefoon op speaker opnemen is ook mogelijk. Het opnemen van een telefoonlijn noem je ‘vorken’.” Het is verstandig om niet ‘gewoon’ te bellen, maar via het internet. Facetime (voor iPhone) kan audiobellen en heeft goede kwaliteit, net als Whatsapp en bijvoorbeeld Signal. Zorg dan dat je een goede internetverbinding hebt en test altijd de verbinding voor je gaat opnemen!
Er zijn andere manieren om op te nemen, zoals met kleine zenders zoals op televisie. Maar daar gaat veel kwaliteit verloren.
Belangrijk om te onthouden is dat er veel vrijheid is: wees niet te bang voor ‘klungelig’ geluid. Mocht je geluid hebben dat qua inhoud enorm sterk is, maar qua geluid suboptimaal, kun je dat bijvoorbeeld ondervangen door dat al te benoemen in je podcast. Er is altijd speling. En vraag jezelf af: is dit geluid echt storend? Vraag ook buitenstaanders om hulp. Vinden zij het storend? Wees kortom niet te bang om geluid te gebruiken dat niet perfect is. Het belangrijkste is om altijd eerst te testen voordat je opneemt.
NPR maakte de ‘Ear training guide’, waar je heel specifiek kunt horen welke problemen er met audio kunnen zijn en hoe je ze (gedeeltelijk) kunt oplossen
To do voor opname/interview
- Je hebt het geluid gecheckt: zowel op de waardes (-12 -6), als via de koptelefoon.
- Houd je koptelefoon op: tijdens een interview kun je je koptelefoon op één oor zetten en één ervan af, zodat je ook bij de situatie blijft. Dit is ook prettiger voor de geïnterviewde.
- Het is mogelijk je koptelefoon helemaal af te doen nadat je het geluid hebt getest, doe dit als beginner nog niet.
- Neem 1 minuut achtergrondgeluid op.
- Houd de microfoon, met plopkap, ongeveer één vuist van de mond van de geïnterviewde.
- Houd de microfoon schuin onder het mond van de geïnterviewde.
- ‘Hengel’ of ‘lepel’ tussen jou en de geïnterviewde: als jij een vraag stelt bij jouw mond, anders bij de geïnterviewde.
- Beweeg mee als de geïnterviewde beweegt met zijn hoofd.
- Ook voor achtergrondgeluid: ga zo dicht mogelijk naar de bron. Achtergrondgeluid komt zelden te hard binnen.
- Neem achtergrondgeluid/geluidseffecten vaker op, of ongeveer een minuut. Dit is ook handig om een geluidsarchief op te bouwen, van alles wat jij interessante geluiden vindt.
In de workshop maakten de deelnemers gebruik van een Zoom H6. Deze instructies gaan ook op voor H4 en H5 modellen van dit merk.
Als je de microfoon aanzet moet je op de knoppen ‘L/R’ klikken zodat de microfoon geactiveerd wordt.
Bij de microfoon bovenaan zit een wieltje, dat is de volumeknop van de interne microfoons. Er is niet één perfect volume om op te nemen, het verschilt wat je precies nodig hebt. Belangrijk is wel dat je niet te hard of te zacht opneemt. En de regel is eigenlijk: liever iets te zacht dan te hard.
Op het scherm van je Zoom (of ander opnameapparaat) zie je waardes met een ‘-’ ervoor. Daar zie je hoe hoog het geluid uitslaat. De ideale waarde ligt tussen de -12 en -6. Ga je daar te ver boven zitten, dan is het risico dat het geluid overstuurt. Dan is het klaar: je kunt heel veel oplossen in montage, maar overstuurd geluid kun je niet repareren. Het klinkt nooit meer zoals het zou moeten klinken.
Wanneer je te zacht opneemt, kun je dat vaak opkrikken in montagesoftware. Máár, als je teveel moet opkrikken neem je ook de atmosfeer mee, die wordt dan harder. Dat hoor je terug in de opname.
Via de ‘menu’ knop op de zoom kom je bij recorder instellingen. Een Zoom heeft erg veel instellingen; leg je er als in het begin bij neer dat je die niet allemaal kunt begrijpen.
- Voor de basis zijn de volgende instellingen belangrijk:
- Neem op in .wav, dit is betere kwaliteit dan mp3. Je kunt het altijd nog terugzetten naar mp3
- > 44.1 khz of 48 khz. Niet veel hoger, dan is de kwaliteit te groot
Audio en schrijven
Niet iedere maker gaat op dezelfde manier te werk. Je kunt beginnen met het schrijven van het verhaal en daar geluid bij verzinnen. Maar je kunt ook meteen in geluiden denken. Ervaring leert dat het meteen ook nadenken over geluid, aan het begin van het maakproces, meestal voor een kwalitatief hoger eindresultaat zorgt.
Schrijven voor audio is ook wéten wat voor audio er is. Daarom is het belangrijk om de wereld in te gaan en geluiden op te nemen. Bedenk je dat iets niet hoeft te klinken naar wat het is. Zo wordt een fiets zelden herkend als je een fietsend persoon opneemt. Terwijl als je een fiets op zijn kop zet en alleen de ketting laat horen, veel meer mensen het herkennen als fiets. Dus: luisteren is het devies.
Als je tekst (of ander ‘menselijk geluid’) gebruikt is het belangrijk dicht bij de werkelijkheid te blijven. Wat is bijv. het normale geluid dat iemand zou maken als hij/zij schrikt? Het wordt al snel theater. Ook qua tekst kun je vaak met minder toe. Laat de geluiden voor zichzelf spreken. Als de deur dichtgaat, hoef je niet nog te zeggen ‘Ik doe de deur dicht’.
Op stap en take-away van de schrijvers
Na kort de tijd te hebben gekregen om een idee op papier te zetten, was het tijd om de geluiden te gaan vangen. Iedere schrijver kreeg een eigen opnameapparaat mee. Het idee was om in ongeveer anderhalve minuut een verhaal te vertellen.
De meeste deelnemers, wiens ervaringen en vaardigheden als schrijver vooral(snog) op tekstueel vlak liggen, vonden dit een lastige opdracht. Ze leverden de opgenomen fragmenten aan bij Amanda, die dit razendsnel monteerde tot korte audioverhalen. De resultaten waren divers: van een gedicht op het ritme van een fiets tot onheilspellende scenes. Bij de bespreking van de resultaten gaven de schrijvers aan het best ingewikkeld te vinden om een idee dat op tekst is gebaseerd, om te zetten in puur geluid. En zelfs áls je hebt bedacht wat je wilt laten horen, dan is de specifieke handeling van het opnemen de volgende uitdaging.
Naast de techniek van het opnemen, klinkt ook niet elk geluid zoals je dénkt dat het zal klinken. Wanneer je de atmosfeer van een ruimte wil vangen, komt daar vaak meer bij kijken dan gewoon opnemen. Je eigen oren horen meer dan de microfoon kan opnemen, dus soms zul je geluiden apart moeten opnemen en ze in de geluidsmontage samenvoegen: laag over laag.
De schrijvers merkten dat er veel denkwerk vooraf gaat aan het het ten gehore brengen van handelingen/actie in een podcast. Het riep de vraag op waar je allemaal aan moet denken als je een scene met alleen geluid schrijft. Het devies is om het te vergelijken met een schrijfproces: dan kom je ook telkens terug naar je tekst om te schaven en elementen aan te passen. Zo is het ook bij geluid. Zodra je geluid het verhaal draagt, de verteller is – in plaats van alleen maar een toevoeging – zul je altijd weer terugkomen bij het geluid om bij te schaven.