Schrijven voor audio

15 februari, A-LAB, Amsterdam. 

Docent: Aletta Becker, tekst: Iris Verhulsdonk

 

Dit is een verslag van de derde bijeenkomst van het workshopprogramma dat door Stichting Podcastnetwerk in samenwerking met het Letterenfonds werd georganiseerd op 22 februari 2020. De workshop werd gegeven door Aletta Becker.

Aletta Becker
Alette maakt audiodrama en -documentaires, schrijft teksten voor theater en geeft les op de Schrijversvakschool Groningen.

Opdracht
Voorafgaand aan deze workshop hebben de schrijvers huiswerk meegekregen. De opdracht was om een ‘gestileerde monoloog’ te schrijven met een ritmische lay-out, waarbij gelet moest worden op klank, muzikaliteit, ritme en herhaling.

Gedurende de workshop werd stilgestaan bij elk van deze verhalen. De schrijvers kregen feedback van Aletta en van elkaar. Onderstaand verslag bestaat uit de lessen die naar voren kwamen bij het bespreken van het huiswerk, en andere vragen.

Vertaalslag naar audio
Een vraag die opkomt is wanneer een tekst beter wordt in audio. Deze vraag relateert aan een andere, grotere vraag: wanneer is een podcast goed? Er zijn veel overeenkomsten tussen een goed verhaal en een goede podcast: elementen die een verhaal spannend maken, maken een podcast ook beter. Maar wanneer je de vertaalslag van tekst naar audio maakt, is het ook van belang er op te letten dat audio bij een scène meer moet bieden dan wat de tekst al zegt. Denk er over na als een filmscène: waar speelt de scène zich af? In een ziekenhuis, in de cabine van een vrachtwagen, op een onbewoond eiland… Wat betekent die ruimte voor je verhaal, welke spanning, sfeer roept die op, welke geluiden horen erbij. Wie zijn aanwezig? Hoe laat is het? Een dag klinkt anders dan een nacht. Bedenk dat de luisteraar wil worden meegesleept door wat de maker bedacht heeft.

De tekst zelf kun je dan zien als een black box: de tekst vormt zich naar het medium waar het voor geschreven is. En elk specifiek medium heeft zijn ‘wetten’. Welke wetten de podcast heeft, is echter nog fluïde, staat niet vast want er is veel ruimte voor experimenteren. De vraag die open ligt is of er specifieke ‘wetten van het universum’ voor fictieve podcasts zijn.

De podcast is intiem, en het creëren van een gevoel van nabijheid is essentieel. “Radiomakers geven je een hand, podcasters geven je een knuffel”, zo wordt gesteld. Bij het schrijven voor audio kun je die nabijheid actief inzetten. De suspension of disbelief is bij podcasts dan ook van groot belang: de luisteraar moet meegezogen worden in het verhaal. Dat inzetten kan bijvoorbeeld goed door de stream of consciousness van een personage weer te geven. Audio is heel geschikt om gedachten weer te geven. Ook werkt het beter om een scène te horen/beleven dan over de scène te horen. Een monoloog of dialoog brengt een scène tot leven. In audio kun je heel veel doen met zo’n monoloog of dialoog. Eigenschap van spreektaal is dat je al sprekend bedenkt wat je gaat zeggen, daarom is die taal associatief en onbewust. Dat maakt een tekst ook spannend, er kunnen kleine vergissingen optreden (Een personage dat een woord verhaspelt bijvoorbeeld, of een rare gedachtensprong maakt of een zin niet afmaakt). Als auteur kun je die vergissingen bedenken, dat maakt de dialoog levendiger. Maar onthoud dat spreektaal opschrijven altijd een gestileerde weergave van spreektaal is: een soort kunsttaal. Vraag jezelf dus af of jouw ‘spreektaal’ ook echt klinkt zoals de mooiste kunsttaal. 

Het is raadzaam je teksten hardop voor te lezen, op te nemen en zelf terug te luisteren. Niet alleen creëer je afstand tot de tekst waardoor je hoort wat wel en niet werkt, maar ook kun je meteen oefenen met het aanbrengen van diversiteit in de tekst. Variatie in de manier waarop je tekst uitspreekt, kan ervoor zorgen dat je veel minder tekst nodig hebt om hetzelfde te vertellen. Probeer daar ook op te schrijven: focus op de suggestie en schrap de subtekst. 


Een scène in geluid 

Bouw scenes met audio net zo op als je bij een film zou doen. Wie zijn de personages, wat is hun onderlinge relatie en wat is de situatie? Waar bevinden ze zich en wat is de machtsstructuur tussen hen? Om een raamvertelling te vertellen, is ‘het raam’ noodzakelijk. Het verhaal – dus ook het audioverhaal – wordt pas interessant als er tussen het begin- en eindpunt iets verandert. Stel daarna vast wat je point of attack gaat zijn (waar je het verhaal ‘binnenkomt’ is je point of attack). Vraag jezelf waarom je daar begint. Meestal vertel je over een kleine periode van iemands leven. 

 

Soms hoef je dat niet eens meteen te bedenken: kom terug bij je tekst en pas kleine dingen aan, om die verandering door te voeren.

Denk na over diversiteit in het geluid, dat maakt de audio spannend. Dit kun je bijvoorbeeld doen door verschillende soorten stemmen in te zetten. Denk daarom goed na over wie jouw tekst het best kan uitspreken. Ben jij dat zelf, of juist iemand anders? Je kunt selecteren op het soort stem (hoog, laag, jong of oud) of op bijvoorbeeld het accent van een personage.

Een volgende vraag om over na te denken is: wiens stem hoort jouw luisteraar? Wiens perspectief neemt de luisteraar aan? Hoor je het geluid vanuit de verteller, of is er misschien een tweede personage wiens perspectief je kunt aannemen. Hoe ver staan de personages bij elkaar vandaan? Wat doet dat met het geluid?

Bij het bouwen van scènes moet je ook nadenken over de locatie. Wat zijn interessante locaties om jouw verhaal in te situeren? Een locatie kan dramatisch interessant zijn, vanwege de setting, maar ook specifiek auditief interessant vanwege de specifieke geluiden en klanken van de locatie. (Meer hierover is ook besproken in de tweede workshop Geluiden vangen). De locatie kan ook een uitdaging zijn voor je personages (denk aan een emotioneel gesprek in een kinderspeelparadijs, of juist een luidruchtige ruzie in een stiltecoupé).

Werk met verschillende lagen geluid en zie het als een ‘establishing shot’ (eerste shot bij film of nieuwe scène, meestal een totaal-shot van de ruimte). Daarna kun je inzoomen op specifieke elementen, in je verhaal maar ook in het geluid. Denk ook hier aan het perspectief. Je hebt meer ruimte dan alleen een dialoog te laten voorlezen. Geluiden kunnen bij het enige personage bijvoorbeeld vervelend klinken, harder, of juist zachter. (Bijvoorbeeld, geluiden harder maken als de ‘ik-persoon’ zich ergens aan ergert). 

 

Als je tekst beschrijvend is, is het zaak deze voor audio aan te passen naar een dialoog. Waar je als schrijver op papier zou schrijven “Iemand zei altijd tegen mij dat de wereld vierkant is”, laat je het personage dat in audio meermaals zeggen: “De wereld is vierkant”. Denk aan drie lagen bij het scheppen van een scène met audio: de muziek, de stem en andere geluiden

Montage en vertelvorm
In de montage herschrijf je jouw verhaal met audio. Je kunt dit zien als een puzzel, waarbij de puzzelstukjes steeds van vorm veranderen, afhankelijk van de plek waar je ze neerlegt. Een audiofragment kan op verschillende punten in jouw verhaal een andere betekenis krijgen. In de montage kun je dus gaan spelen met je vertelvorm, door bijvoorbeeld de chronologische vertelling los te laten. Dit is vergelijkbaar met een verhaal op papier, alleen je luisteraar kan niet ‘terugbladeren’. Daardoor krijgt je audioverhaal een ‘eenmalig karakter’. Houd daar rekening mee in het opstellen van je vertelvorm, het moet wellicht iets simpeler dan als je het zou opschrijven. Audio is op een bepaalde manier ook visueel te ervaren: je luisteraar roept zelf beelden op, bij het verhaal dat jij in audio vertelt. Dit is overigens vergelijkbaar met schrijven voor een boek of bundel.

 

De mens is geneigd om het verleden te vertellen, maar ‘in het heden zijn’ werkt juist goed voor audio en podcasts. De ervaring waarbij jouw luisteraar aanwezig is, is in het heden. Alsof de luisteraar er zelf bij is: de ervaring van het daadwerkelijk meemaken van jouw verhaal. Denk dus na over de chronologie: wil je werken met flashbacks, of juist met chronologisch verhaal? Met geluiden kun je flashbacks creëren, terwijl de ervaring van het ‘meemaken’ blijft staan. Laat de personages de flashback ervaren. 

 

Geluidseffecten
Hoe zorg je ervoor dat de luisteraar weet waar jij bent? Je kunt met muziek een toon zetten, een laag die onder de tekst ligt. Qua geluiden wil je misschien wegblijven van letterlijke uitbeeldingen, zoals het ‘grindbak’ effect. Kijk bijvoorbeeld eens in een gratis geluidendatabase (zoals Freesounds.org) wat er gebeurt als je geluidseffecten sneller of langzamer gebruikt. 

 

Non-fictie

Ook voor non-fictie schrijf je scènes, en een groter verhaal. Bij een documentaire is het net zo belangrijk als bij fictie om te weten wat je precies gaat vertellen en in hoeveel tijd je dat verhaal wil overbrengen. Een audiodocumentaire vraagt van de maker om constant aanwezig te zijn. “Be there when it happens”. Als jij iemand volgt die een moeilijk gesprek heeft, wees dan bij het gesprek in plaats van hem of haar er later over te laten vertellen. Dan komt zowel het ‘live’ gevoel, het gevoel van nabijheid, als de ervaring het best uit de verf. Je wil niet horen over iemands leven, je wil als luisteraar het leven meemaken.

Reken erop dat je bij een documentaire heel veel materiaal moet opnemen. Reken op een verhouding tussen ‘opnemen’ en ‘gebruiken’ van 1 op 10 of zelfs 1 op 15. Neem niet alleen audio op die je nodig hebt, maar alle audio die je kunt opnemen. Hiermee construeer je jouw verhaal. Wees niet te bang om te regisseren en de mensen die je spreekt te instrueren. Ook een non-fictie verhaal heeft geregisseerde facetten. En laat je leiden door het verhaal: in het proces kom je waarschijnlijk vele vertakkingen van het verhaal tegen, die ook relevant kunnen zijn. 


Take-away van de schrijvers
In deze workshop werd er onderling veel gespard over de mogelijkheden van audio. Aletta gaf veel tips, maar ook veel verschillende opties waaruit naar voren kwam dat audio op diverse manieren ingezet kan worden. De verhalen die de schrijvers hadden meegenomen kwamen verder tot leven. In de workshop is veel gesproken over de mogelijkheden van geluid, ook in abstracte vorm.

Er werden daarnaast veel luistertips gegeven. Hier onder volgt een lijst. Dit kan een beeld schetsen van de diverse manieren waarop je audio kunt gebruiken om een verhaal te vertellen en mét de audio te werken. In de volgende – en tevens laatste workshop in deze reeks – krijgen de schrijvers verdere uitleg over monteren. 


Luistertips bij deze workshop

Werk van Aletta
Har en Jet de eerste potcast van Nederland
Ollie en de eierwekker
Everything is Alive

Podcasts over het maken van audio
Gimlet Academy
By the Book

Inspiratie non-fictiepodcasts
GEEL
Pawel de Poolse Plukker
Op stap met Eddy van De kostgangers
Without Fail
The Anthropocene reviewed Music by Oceans: Een project van een Nederlandse muzikant die muziek componeert vanuit de beweging van de oceaan. Een voorbeeld van hoe de natuur geluid kan maken, en hoe je op een andere manier over audio kunt nadenken

Inspiratie fictiepodcast
Everything is Alive
Afspraakje (Chris Bajema en Paulien Cornelisse)
The Shadows en The Heart van Kaitlin Prest
Fluiten in het donker (reeks podcasts van het Letterenfonds i.s.m. Mediafonds / NPO-fonds en AVROTROS, NTR en VPRO)
Een nijlpaard kon lachen (satire)
De wereld van Jan de Man

 

Workshop Schrijven voor Audio luistertips